Dwangmedicatie

Beperking bewegingsvrijheid

Dwangmedicatie

KC21-004 30 maart 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC21-004
Instelling : Pro Persona
Datim ontvangst klacht : 4 maart 2021
Schorsingsverzoek : Gehonoreerd
Hoorzitting : 29 maart 2021
Datum beschikking : 31 maart 2021 

 

 

 

Uitgenodigd voor hoorzitting en digitaal aanwezig

[Klager] (klager)

[PVP] (PVP)

 

[Verweerder] (verweerder)

[Verweerster] (verweerster)

[Behandelaar] (PioG)

 

[Voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[Psychiater] (psychiater)  `

[Lid] (lid)

 

[Ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

  1. Dwangmedicatie
  2. Beperking bewegingsvrijheid

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 19 maart 2021 een klaagschrift ontvangen betreffende dwangmedicatie en beperking bewegingsvrijheid. Tevens is een verzoek voor schorsing van de dwangmedicatie ingediend. Dezelfde dag zijn klager, PVP en verweerder geïnformeerd over het schorsingsbesluit en uitgenodigd voor de hoorzitting. De klachtencommissie heeft op 24 maart 2021 het verweerschrift ontvangen. Deze zijn 25 maart per mail doorgestuurd naar PVP van klager.  

De hoorzitting heeft op 29 maart 2021 plaatsgevonden op locatie. Dit op nadrukkelijk verzoek van klager omdat hij contacten via de digitale weg niet vertrouwt.

Voor aanvang van de fysieke hoorzitting bleek klager in de separeer te verblijven. Zijn toestandsbeeld is door het staken van de medicatie snel verslechterd hetgeen leidde tot verbale agressie en heftige woede. Voor het horen van klager heeft de onafhankelijk psychiater van de commissie, samen met verweerster, klager bezocht en gesproken in de separeer cel. Verweerders hebben aansluitend een toelichting gegeven op hun besluit tot dwangmedicatie voor alle betrokken leden van de klachtencommissie.

Partijen is aan het einde van de hoorzitting medegedeeld dat zij de volgende dag een schriftelijk besluit van de commissie tegemoet konden zien voorafgaand aan de volledige uitspraak.  

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Klaagschrift;

-           Toelichting klaagschrift;

-           Verweerschrift.

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht als omschreven in artikel 10:3 Wvggz en heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 1 april 2021.

 

Feiten

Klager is op 29-01-2021 gedwongen opgenomen in de kliniek volwassenen van de [locatie]. De reden voor deze opname betrof een paranoïde psychotisch toestandsbeeld. De rechtbank Gelderland heeft in dit kader een zorgmachtiging voor klager afgegeven.

Klager heeft geen toestemming voor inzage in zijn medisch dossier gegeven en wil geen gebruik maken van e-mail verkeer.

 

Standpunten van partijen

Klager is van mening dat de medicatie zijn vrijheid van denken, alsmede zijn communicatie met anderen, ernstig zal beperken. Dit zorgt niet voor een oplossing van de problemen van klager, maar verergert ze juist. Klager is van mening dat er minder bezwarende alternatieven zijn om te komen tot een voor hem wenselijke situatie. Klager staat open voor hulpverlening en is bereid hier aan mee te werken, maar dan wel in ambulante vorm en toewerkend naar een eigen woonplek.

Daarnaast denkt klager dat een toewijzing aan een andere zorgaanbieder (te weten: [naam]) ook een stap in de goede richting is. Klager vermoedt dat er voor zijn morele bezwaren meer ruimte is bij [naam] en dat de menselijke waarden bij [naam] beter tot hun recht zullen komen. De behandelrelatie met Pro Persona is ernstig verstoord. Klager voelt zich als een beest behandeld en opgesloten. Hij is van mening dat zijn rechten niet worden erkend.

 

Verweerder geeft in het verweerschrift aan dat gedurende de huidige opname een paranoïde psychotisch toestandsbeeld wordt gezien. Ziektebesef ontbreekt volledig. Er is herhaaldelijk met klager gesproken over de noodzaak van antipsychotische medicatie. In verband met een persisterende weigering van het orale antipsychoticum en de hierbij oplopende lading/agitatie werd uiteindelijk besloten tot toediening van een antipsychoticum in het kader van dwang. Gedurende de opbouw van de antipsychotische medicatie blijkt klager erg gevoelig te zijn voor het ontwikkelen van bewegingsstoornissen. Hiertoe is het initiële antipsychoticum (haloperidol 2.5mg/dag) gestopt en omgezet in Brexpiprazol, een antipsychoticum waarbij bewegingsstoornissen minder frequent beschreven worden als bijwerking. De paranoïde leek te verminderen tijdens de behandeling met Brexpiprazol. Klager ontwikkelde echter opnieuw bijwerkingen in de vorm van bewegingsstoornissen met hierbij een grote lijdensdruk. De dosering van de Brexpiprazol werd derhalve afgebouwd en de omzetting in een alternatief antipsychoticum wordt overwogen.

 

Tijdens het bezoek van de onafhankelijk psychiater in de separeer cel geeft klager aan met name last te hebben van de beperking bewegingsvrijheid. Hij mag de deur niet uit en moet toestemming vragen voor een wandelingetje. Ook klaagt hij over de dwangmedicatie. Hij wil weer op zichzelf wonen. Als dat via een klinische weg zou moeten dan wil hij die zorg van [naam]. [naam] heeft meer oog voor hem. Vandaaruit wil hij dan naar een beschermd wonen vorm. Hij heeft geen medicatie nodig aldus klager.  Op de [locatie] wordt hij steeds in de gaten gehouden en wordt er geen rekening gehouden met hem. Klager betreurt dat hij niet aan de hoorzitting kan deelnemen. Hij is er wel toe in staat vindt hij zelf. Hij licht toe dat hij in de separeer verblijft nadat hij enkele dagen geleden ineens een spuit in zijn kont kreeg.

In de terugkoppeling van het gesprek met klager geeft de psychiater van de commissie aan dat klager alle vragen over zijn toestandsbeeld ontwijkt. Klager benoemt herhaaldelijk dat dit nu niet relevant en terzake doende is. Op de vraag waarom hij geen toestemming heeft gegeven voor inzage in zijn dossier antwoordt klager dat dit ook niet terzake doet. PVP vult aan klager tegen hem gezegd heeft dat in zijn dossier de woorden van behandelaren staan. Dit kan de klachtencommissie op het verkeerde been zetten en daarom wil klager geen inzage. De weerstand tegen een digitale hoorzitting verklaart klager door aan te geven dat alles beter is als je elkaar kunt zien.  

 

Verweerders lichten ter zitting toe dat er sprake is van grote achterdocht bij klager. Eind januari was er nog geen inhoudelijk gesprek mogelijk met klager. Alles was een bijzondere vraag. Na inzet van medicatie is er meer contact mogelijk maar zelfs dan is de achterdocht ten aanzien van elektra en televisie nog aanwezig aldus verweerder. Na het stoppen van de medicatie naar aanleiding van het schorsingsverzoek werd klager weer fors geagiteerd, met o.a. schreeuwen naar verpleging. Klager kon wel van de afdeling af en naar buiten volgens verweerder maar wilde dit zelf niet. De keren dat hij buiten de afdeling kwam gedroeg hij zich erg vreemd door op de patio buiten en op de gang te gaan liggen slapen. Ook op zijn kamer vertoont klager paranoïde gedrag. Hij heeft enorme achterdocht jegens apparatuur. Momenteel wordt getracht een woning voor klager te vinden. Ook dit verloopt moeizaam. Met hulp van FACT werd klager een kamer aangeboden. Toen hij de brandmelder zag weigerde hij de kamer.

Klager heeft de medicatie aanvankelijk op vrijwillige basis ingenomen. Het soort medicatie is enkele malen gewijzigd naar aanleiding van bijwerkingen bij klager. Nu is klager ingesloten als gevolg van agressief gedrag na het stoppen met de medicatie. Verweerster vult nog aan dat zij bereid is mee te werken aan een overdracht aan [naam] omdat dit qua religieuze opvattingen mogelijk beter aansluit bij klager. Wel heeft zij twijfels over de verwachtingen hiervan bij klager. Klager heeft geen ziektebesef en ziekte inzicht aldus verweerster en zal daarom bij [naam] ook niet krijgen wat hij verwacht. 

 

Tijdens de zitting corrigeert verweerster de datum van opname in [plaats] dat in het verweerschrift vermeld staat. Dit moet 21 januari zijn in plaats van 21 februari.  

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg als bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Wat betreft deze formele aspecten van de verplichte zorg het volgende: 

Klager geeft geen toestemming voor inzage in zijn medisch dossier. Wel geeft zowel klager (in zijn klacht) als verweerder (in zijn verweerschrift) schriftelijk aan dat er een zorgmachtiging inzake verplichte zorg is. De commissie stelt op basis van deze schriftelijke bevestigingen vast dat er sprake is van een zorgmachtiging en dus een grond voor verplichte zorg aan klager. 

 

Wat betreft de waarborgen die voortvloeien uit de Wvggz, onverlet of de zorg binnen of buiten een accommodatie wordt verleend, moet aan de volgende eisen worden voldaan.

Verplichte zorg is een ultimum remedium. Als verplichte zorg noodzakelijk is, moet gekozen worden voor de minst ingrijpende vorm en zo kort mogelijk. Verplichte zorg moet voldoen aan de uitgangspunten van subsidiariteit, proportionaliteit, doelmatigheid en zorgvuldigheid.

 

Ten aanzien van de klacht, met schorsingsverzoek, tegen de toediening van verplichte zorg met antipsychoticum het volgende: Het schorsingsverzoek is toegekend op 20 maart 2021 tot aan de hoorzitting, in beginsel een week lang.

 

Naar aanleiding van de Covid-pandemie worden de hoorzittingen via video stream georganiseerd.

Klager heeft uitdrukkelijk verzocht om een hoorzitting op locatie, in verband met zijn achterdocht  in elektronische middelen. De klachtencommissie heeft bij hoge uitzondering toegestemd met zijn verzoek. Na het staken van toediening van de antipsychotica naar aanleiding van het schorsingsbesluit  is zijn toestand verslechterd. Voor de hoorzitting op maandag 29 maart bleek klager niet in staat de hoorzitting bij te wonen. De onafhankelijke psychiater van de klachtencommissie heeft klager daarop bezocht in de separeerruimte en gesproken met klager en zijn pvp. Klager was gezien zijn toestandsbeeld niet in staat om de hoorzitting bij te wonen. De commissie constateert dat, gezien de verslechtering van het toestandsbeeld van klager, de schorsing opgeheven kan worden.

 

De verplichte zorg met antipsychotica is zorgvuldig opgebouwd, volgens het verweerschrift van verweerder. Er is rekening gehouden met gevoeligheden van klager op bepaalde antipsychotica en

gezocht naar passende medicatie in een passende hoeveelheid.

 

Verweerder heeft aangegeven dat klager is opgenomen in januari 2021 wegens achterdocht jegens elektra en elektrische apparatuur bij verdenking van een (langer bestaand) paranoïde psychotisch toestandsbeeld. In het jaar voor opname is klager begeleid door FACT en is klager verbleven bij de daklozenopvang. Bij de daklozenopvang is klager acuut de toegang ontzegd omdat klager daar met de elektra had geknoeid wat tot een gevaarlijke situatie heeft geleid.

Gedurende de huidige opname is herhaaldelijk gesproken met klager over de noodzaak van antipsychotica. Klager is het niet eens met de diagnose, herkent en erkent die niet. Naar aanleiding van bovengeschetst beeld concludeert de commissie dat voldaan is aan de uitgangspunten van subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid van de verplichte medicatie.

Eveneens acht de commissie dat voldaan is aan bovenstaande criteria met betrekking tot het benemen van de bewegingsvrijheid.

 

Ten overvloede:

Klager heeft in zijn klachtschrift de wens geuit om overgeplaatst te worden naar zorgorganisatie [naam]. Verweerder wil daar aan meewerken en toewerken naar een overplaatsing, zodra het toestandsbeeld van klager dat toelaat en er plaatsingsmogelijkheid is bij [naam].

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten te Wolfheze, 31 maart 2021

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5